De overstap naar aardgasvrij wonen is in volle gang, en de warmtepomp geldt voor veel huishoudens als het duurzame alternatief voor de cv-ketel. Maar de techniek is niet voor iedereen geschikt. Wie in een minder goed geïsoleerd huis woont, beperkte ruimte heeft of hoge aanschafkosten wil vermijden, gaat op zoek naar een warmtepomp alternatief. Gelukkig zijn er meerdere routes mogelijk richting een energiezuinige en toekomstbestendige woning — zónder warmtepomp.
De nadelen van een warmtepomp
Hoewel warmtepompen een belangrijke rol spelen in de energietransitie, zijn er ook duidelijke nadelen. Ten eerste is het systeem relatief duur in aanschaf, vooral voor hybride of volledig elektrische varianten. Daarnaast werkt een warmtepomp optimaal in goed geïsoleerde huizen met vloerverwarming of lage temperatuur radiatoren. In oudere woningen zonder vergaande isolatie is de efficiëntie beduidend lager, waardoor het systeem veel elektriciteit kan verbruiken — en dat merkt men op de energierekening.
Een ander praktisch bezwaar: een lucht-water warmtepomp heeft een buitenunit nodig die geluid produceert. Niet iedereen heeft daar ruimte voor of zit te wachten op het constante gezoem in de tuin of op het balkon. Deze nadelen van een warmtepomp leiden ertoe dat sommige huiseigenaren liever naar andere oplossingen kijken.
Warmtenet: collectieve warmte uit de buurt
Een veelbelovend warmtepomp alternatief is aansluiting op een warmtenet. Hierbij wordt warmte centraal opgewekt — bijvoorbeeld via restwarmte uit de industrie, biomassa of geothermie — en via een netwerk van leidingen naar woningen gebracht. Dit systeem vraagt geen grote technische aanpassing binnen de woning zelf, wat het aantrekkelijk maakt voor stedelijke gebieden.
Voorbeeld: In de Rotterdamse wijk Katendrecht zijn honderden bestaande woningen aangesloten op het warmtenet van Eneco, dat gebruik maakt van industriële restwarmte uit de haven. Dankzij deze oplossing konden bewoners overstappen op duurzame verwarming zonder hun hele huis te verbouwen.
De beschikbaarheid van een warmtenet is wel afhankelijk van de lokale infrastructuur. Bovendien is de duurzaamheid van het systeem sterk afhankelijk van de bron: restwarmte van een kolencentrale is minder duurzaam dan warmte uit aardwarmte of aquathermie.

Pelletkachel of biomassaketel
Voor wie liever zelf de regie houdt, kan een pelletkachel of biomassaketel een optie zijn. Deze installaties verbranden houtpellets of ander biologisch materiaal om warmte te genereren. Ze zijn vooral geschikt voor mensen met voldoende opslagruimte en de mogelijkheid om regelmatig brandstof bij te vullen.
Voorbeeld: In een vrijstaande woning in Drenthe heeft een gezin gekozen voor een pelletketel als hoofdverwarming. Door gecertificeerde pellets te gebruiken en slim in te kopen, weten zij hun verwarmingskosten laag te houden — ook zonder gasaansluiting of warmtepomp.
Hoewel dit type verwarming CO₂-neutraal kan zijn als er gecertificeerd biomateriaal wordt gebruikt, is er ook kritiek: de verbranding van biomassa zorgt voor fijnstofuitstoot, en niet alle bronnen zijn duurzaam beheerd.
Infraroodpanelen: gericht en eenvoudig
Een andere optie zijn elektrische infraroodpanelen. Deze verwarmen niet de lucht, maar objecten en mensen in de directe omgeving. Dat maakt ze ideaal voor ruimtes die je niet constant hoeft te verwarmen, zoals een werkkamer, badkamer of slaapkamer.
Voorbeeld: In een jaren ’30-woning in Utrecht zijn op zolder drie infraroodpanelen geplaatst in de thuiskantoorruimte. In plaats van de hele verdieping te verwarmen, zorgt dit gericht voor comfort tijdens werktijden — zonder ingrijpende installaties.
Ze zijn eenvoudig te installeren, vragen geen aanpassingen aan leidingen, en vergen geen onderhoud. Nadelen zijn er praktisch niet. Zeker in combinatie met een thermostaat zijn infraroodpanelen zuiniger als andere elektrische alternatieven (kachels, airco’s) en bij juiste configuratie kan het goedkoper zijn dan gasgestookte systemen.
Elektrische cv-ketel: plug-and-play, maar prijzig
De elektrische cv-ketel lijkt qua werking op de klassieke gasgestookte ketel, maar gebruikt stroom om water te verwarmen. Dit maakt het een toegankelijk systeem voor wie zonder gas wil wonen, maar geen grote verbouwing wil uitvoeren.
Voorbeeld: Een appartement in Groningen uit de jaren ’90 is in 2024 volledig overgestapt op een elektrische cv-ketel in combinatie met zonnepanelen. De bewoners kiezen hiermee bewust voor eenvoud en directe vervanging van de oude gasketel.
Het nadeel? Elektrische ketels zijn inefficiënt vergeleken met warmtepompen. Omdat ze volledig op elektriciteit draaien, kan het verbruik – en dus de energierekening – flink oplopen, zeker in slecht geïsoleerde woningen.

Groene waterstof: toekomstmuziek of realistisch alternatief?
Er wordt veel gesproken over waterstof als toekomstig alternatief voor aardgas. Met name groene waterstof, geproduceerd met hernieuwbare energie, is interessant als energiedrager. In theorie kan een aangepaste cv-ketel op waterstof draaien zonder aanpassingen aan het afgiftesysteem in huis.
Voorbeeld: In Wagenborgen (Groningen) draait sinds 2022 een proef met woningen die verwarmd worden op waterstof. Hoewel dit nu nog in testfase is, laat het zien dat de techniek niet ver weg hoeft te zijn.
Toch zijn er nog flinke obstakels. Groene waterstof is schaars en duur in productie. De infrastructuur in Nederland is nog niet geschikt voor grootschalige distributie. Voorlopig is waterstof vooral in beeld voor de industrie en zwaar transport.